‘Het is zo stil in mij’ komt er uit de boxen. De ochtendzon is fel. Het wordt een warme dag. Ik eet een croissantje met jam en drink een latte. Wilhelminaplein. 9 u deze tijd.
Gister zijn Linda en ik naar Grote Knip geweest. Eerst langs de supermarkt. Blikjes watermeloensap en guave-orange juice. Broodjes. Meloen. Bananenchips. De boodschappen worden door de Antilliaanse jongen keurig ingepakt. Daarna loopt hij voor een gulden mee naar je auto. Handig. Maar het voelt ook een beetje raar.
We rijden in de middle of niks. Prachtige omgeving. Cactussen, gekleurde huisjes in een groen landschap. Soms rijden we onder een boogje van bomen. Ik ontwijk de gaten in de weg inmiddels vakkundig.
Dan gaat de weg ineens 10 meter steil omhoog. Geen grap. ‘Dit is de achtbaan, hou je vast.’ ‘Ja jij ook’ antwoord ik. Niet nadenken, niet nadenken. Ik schakel terug en geef gas. ‘Het zijn er maar drie.’ Slik. Bovenaan de, tja, heuvel gaat de weg zo mogelijk nog rechter naar beneden. En gelijk daarna weer omhoog. Idioot. Maar het lukt.
Niet lang daarna komen we bij een parkeerplaats. We pakken onze spullen en lopen richting Grote Knip. En daar is het mooiste uitzicht dat ik ooit zag. Felblauwe zee in twee tinten zover als je kan kijken. En rechts een wit strand met palmbomen. ‘Holy moly’ hoor ik mezelf zeggen. Slechte tekst, denk ik vlak daarna.
We betalen onze bedjes en slepen ze zelf naar een parasol. Ik mis de jongen van de supermarkt. Ik raak verwend.
Ik loop naar de zee. Hier moet ik wel in zwemmen. Ondanks mijn zee-angst. Hier moet iedereen in zwemmen. Het zoute water bijt in mijn muggenbulten. Ik zie een school kleine witte visjes. Ik heb mijn veel te grote zonnebril nog op. Dat moet er debiel uitzien, denk ik. Het kan me niet schelen. Dit is te fijn.
De hele dag liggen we op het strand. Linda luistert muziek, ik schrijf een lang verhaal.
Om vijf uur rijden we terug. We stoppen bij een toko. Dat is een klein supermarktje waar je alles kunt kopen. Van DVD’s tot shampoo tot drank tot weet ik wat er nog onder de toonbank ligt. Op veel te weinig vierkante meter staan veel te veel spulletjes. We kopen chips, lokale likeur en DVD’s.
’s Avonds drink ik nog wat in Mundo Bizarre. Ik overdenk de afgelopen week. Mooi was het. Ik ben rustiger dan dat ik in jaren ben geweest.
Inmiddels zingt Whitney Houston me toe. Op het terras van het Wilhelminaplein wordt het drukker. Vanmiddag om 17u deze tijd neem ik een taxi naar de airport. Linda verklaarde me voor gek dat ik echt drie uur van te voren op het vliegveld wilde zijn. Ik vertelde over mijn ooit bijna gemiste vlucht in Tel Aviv. Dat gaat me niet nog een keer gebeuren. Deze vlucht ga ik niet missen. Ook niet bijna.
Het was fantastisch. En het was nodig. Maar nu wil ik naar huis.