De maan is aan. Het is zo’n maan die de straat verlicht. Een maan met een lichtgouden aura. Statig in een gitzwarte lucht. Zo’n maan voor verliefde mensen. Of voor missende mensen eigenlijk ook. Waar je even voor afstapt of stil bij blijft staan. Elkaar even aankijkt en kust. Of warmte herinnert. Een dwingende maan. Waarbij iedereen ongewild ineens weet dat alles heus niet voor niets is. Zo’n maan waar je van zou willen dat de zon even niet opkwam. Omdat de nacht zo prettig licht is. En de kleine ademwolkjes zo als vanzelfsprekend verdampen in de lucht. Een geruststellend ronde, volle maan. Die bewaakt dat alles goed is. En dat wat nog niet, goed komt.