Gewoontegetrouw legt mijn vriendje zijn hand op mijn billen terwijl we het metrostation Burj Khalifa uitwandelen. Nou sla ik zo een hand wel vaker gedecideerd weg, nu met wat meer nadruk. “Oh ja, shit” reageert hij geschrokken. Het is hier niet de bedoeling affectie te tonen naar elkaar (of anderen) in het openbaar. Geen kusjes, niet hand in hand, al helemaal geen hand op bil. Het is niet alleen niet de bedoeling, het is verboden. We zien het, al wandelend naar het hoogste gebouw van de wereld, ook maar zelden gebeuren.
Dat wandelen is hier overigens niet op straat. Daar rijden immers auto’s en die moeten ruim baan. Een enorme overdekte sluis op hoogte en met airco, uiteraard, brengt ons na 20 minuten lopen in Dubai Mall, vlak naast Burj Khalifa.
Dubai Mall. Het grootste winkelcentrum van de wereld. We weten niet wat we zien. En we zijn echt wel wat meer gewend dan alleen winkelcentrum Paddepoel. Winkels, winkels, winkels. Meer dan duizend. En mensen. Statige mannen in witte gewaden en doeken om hun hoofd. Veel vrouwen in zwarte, traditionele jurken, al dan niet met grote designer zonnebrillen en diamanten spelden in hun hoofddoeken. Ze slepen met tassen van de Dubai Mall winkels: Dior, Jimmy Choo, Chanel, Tiffany’s en ontelbaar veel andere peperdure merken. Waar je kijkt, zie je luxe. De Mall reikt verdiepingen omhoog en het lijkt me niet mogelijk alle winkels te bezoeken, al had je een maand.
Gelukkig is dat ook niet nodig. Ik spot de Victoria’s Secret en wandel er zonder na te denken naar binnen. Geen seconde bedenk ik me dat het vrij vreemd is dat in dit kuise land, waar vrouwen van kruin tot enkel bedekt zijn, er zo prominent een luxe lingeriemerk toont. Oh was I wrong. In de winkel die oneindig groot lijkt, rekent gesluierde dame na gesluierde dame voor een godsvermogen aan kant, pailletten en push-up af.
Het passen in deze winkel gaat uiterst discreet, dat dan weer wel. Wil je geholpen worden in het pashokje met zware houten deur in plaats van slecht sluitend gordijntje? Dan druk je op het belletje. De bh-mevrouw klopt vervolgens aan en wacht totdat de deur wordt open gedaan. En zelfs dan vraagt ze nog of binnenkomen ok is. De passende dames brengen er rustig een uur door in zo’n paswalhalla met nu een keer goed licht, in plaats van slecht geplaatste TL-buizen.
Dubai Mall in blijkt een stuk gemakkelijker dan Dubai Mall uit. Overal waar we kijken is wel iets wat niet klopt met wat we ooit eerder hebben gezien. Toppunt; het aquarium dat we passeren. Haaien, vissen; gewoon in de Mall. Je kunt door een tunnel onder het water door, je kunt er zelfs duiken. Het is waanzin.
We besluiten iets te gaan eten bij de fontein met uitzicht op die enorme toren. Hij past niet op de foto. Burj Khalifa is Dubai op zijn best; hoger kan niet. En kan het wel, dan komt het ook in Dubai te staan.
We lunchen met een heerlijke Italiaanse pasta en verse fruitsap. Want alcohol is echt mission impossible. Onze hotelbar verkoopt wijntjes voor zo’n tien euro per glas en we kochten wat Corona op het vliegveld, maar in restaurants, bij supermarkten: vergeet het maar. Ook verboden. Daartegenover staat een enorm assortiment aan fruitsap en andere frisdrank, dus we missen het ook niet echt tijdens onze late lunch.
We verdwalen nog wat tussen de niet te betalen modemerken en shoppen bij de Zara en Forever 21. We kopen heerlijke donuts met smoothies van een bekend Engels merk en besluiten the crowd te joinen bij de fontein. Daar schijnt iets te gaan gebeuren.
Om 18u precies blijkt dat waar. Muziek zwelt aan en een gigantische, meterslange fontein wordt door duizenden lampjes verlicht. Precies op de maat van de muziek bewegen de waterstralen als waren het dansende vrouwen. Met als sluitstuk de stralen die zo’n 150 meter de lucht in gaan. Je moet het zien om het te snappen. Alleen hier. Alleen in Dubai.
Het kost ons een half uur om het metrostation terug te vinden. En dan komen we er achter dat we geen idee hebben waar we zijn opgestapt. We gokken, discussieren, maken net geen ruzie en stappen gigantisch ver van ons hotel een metrostation uit. Gebroederlijk naast elkaar zonder elkaar aan te raken, al waren we broer en zus, lopen we op goed geluk door de straten van Dubai. De taxichauffeur die we uiteindelijk aanschieten, kent ons hotel niet en de mensen van het hotel hebben niet gedacht aan een adresvermelding op hun visitekaartje. Wij hebben niet gedacht aan vragen waar ons hotel eigenlijk staat. We zijn een stuk wijzer op veel gebieden na deze dag Dubai.
Uiteindelijk helpt de bell boy van een vijfsterren hotel ons uit de brand. Hij belt met het hotel en laat zijn chauffeur ons er voor een tientje heen rijden.
We geloven niks van wat we hebben gezien vandaag. En toch is het allemaal echt. Hier.