Op mijn verjaardagsfeestje werd ik niet alleen verrast met een prachtig lied, maar ook met mooie woorden van vrienden en familie, want zij werden op hun beurt verrast met de vraag: “Wat is je mooiste herinnering aan Minke?” Leuk ook dat dit zonder voorbereiding gevraagd én beantwoord werd. Zo blijkt dat de mooiste herinnering van mijn stiefvader bestaat uit het terugdenken aan urenlang gejengel en gezeur vanaf een achterbank in een 35 graden warm Zuid-Frankrijk, waar ik geheel tegen mijn zin plaatshad, ter verdediging. Ik zou namelijk de hele dag zoenen op het strand, maar dat mocht niet, ik moest kanoën, dan krijg je dat. Die van mijn vriendin ging over hoe ik een andere achterbank ontvluchtte en de overtuiging dat ik daarmee haar en mijn eigen leven heb gered. Zou ook best waar kunnen zijn; in onze oneindige wijsheid waren we in de auto gestapt bij twee politieagenten op een Spaans eiland, want, hey: polities kun je vertrouwen, duh. Dat viel een heel klein beetje tegen, weer wat geleerd en we kwamen veilig thuis. Mijn zusje vertelde vervolgens in tranen hoe ik bij de bevalling van haar zoontje was en vooral ook hoe ik ruzie had gemaakt met het halve ziekenhuis omdat ze haar ruggenprik niet kreeg. Mijn andere vriendin noemde hoe ze me zo’n mooi rolmodel vond voor mijn kinderen (behalve dan dat met die polities, lieve kinderen: dat moet je dus nooit doen).
De betekenis die we in elkaars leven hebben, is vaak zo onuitgesproken vanzelfsprekend. En ik begreep die avond dat dit zonde is. Dat we vaker mogen vertellen welke impact de ander heeft. Ik kan het een voornemen noemen voor 2020, maar besloot er gewoon maar gelijk mee te beginnen. Want wat heb ik ontzettend mooie mensen om me heen. De vriendinnen zogenaamd van ver die op een of andere manier toch altijd weten hoe het met me is of dat er iets mis is, ook als ik ze niet spreek. De vriendinnen van dichtbij die bleven en bleven en bleven zeggen dat alles goed kwam, dat ik dat moest geloven, dat ik meer kon dan dat ik zelf wist, elke keer opnieuw. Die mijn tranen droogden, terwijl ik niet bepaald uitblonk in attentheid. De moeder die mijn moeder niet is en toch ook in alles wel. Die mij al zo vaak troostte en me voor de verandering dit jaar hetzelfde liet doen, wat de cirkel prachtig sloot. Al haar familie die als de mijne voelt. Nog meer familie die technisch gezien geen familie is, maar wel áltijd klaar staat (bloedbanden zijn highly overrated). De familie die wel familie is en ook altijd klaar staat (zo overrated zijn bloedbanden nou ook weer niet). De vriendinnen waar ik wijntjes mee dronk, tripjes mee maakte, samen mee werkte en lekker veel feministische content mee uitwisselde. Die me leerden, toetsten, scherp hielden en inspireerden. De nieuwe mensen die ik leerde kennen en er zomaar zijn alsof ze er altijd al waren. En nu noem ik niet eens iedereen, sorry nog. You all know who you are.
Allemaal zorgden ze voor me, soms zonder dat ze het doorhadden. Ik gun iedereen zo’n setje mooie mensen. Sterker nog: ik geloof dat het nodig is. En ik geloof ook dat het nodig is om heel bewust stil te staan bij welke betekenis mensen hebben in je leven, op welk moment. Dat we dat uit mogen spreken en mogen ontvangen.
In 2020, of gewoon vandaag.