Eng is niet zozeer de val,
als wel of iemand vangen zal.
Is dat niet, alles buiten beschouwing latend, wat ieder mens eigenlijk echt wil? Dat, als je dan valt, er gewoon iemand is die vangt? Hoe stoer en vrijgevochten en stevig en sterk en onaantastbaar ook?
Is het niet ook zo dat wakker worden met een warme hand die zachtjes over je rug gaat, van helemaal omhoog naar helemaal naar beneden en nog een keer en nog een keer, het fijnste wakker worden is dat er is? En kan het zijn dat een zoen voordat je gaat, omdat je weet maar nooit, en dan nog eentje gewoon omdat het kan, het meest geruststellende is dat bestaat? Of dat niets zo troost als tranen mogen morsen op een gloednieuwe trui? Niets zo fijn is als huilen van het lachen met opnieuw die tranen op die trui? Dat horen of het nou de stilte na storm is, of het oog van de orkaan en dat allebei goed komt, omdat alles al goed was en alleen nog maar beter wordt en anders maar niet en dat dat ook niet erg is, dat dat zo ontzettend veel rust geeft? Dat het zo veilig voelt te kunnen bellen op elk moment van de dag als dat nodig is, als dat echt echt echt nodig is, of om gewoon even te kletsen. Dat die broodjes die met liefde gesmeerd zijn het allerlekkerste zijn van alle broodjes, ooit? Dat die lach, dat dat even alles is? Dat is toch zo?
Maar is het ook niet zo dat hebben, houden, eng of kansloos of onmogelijk kan zijn, minstens heel erg ingewikkeld of op z’n allerminst niet vanzelf gaat allemaal? Of dat allemaal tegelijk? Dat willen en weten en kunnen en mogen en kiezen en delen soms allemaal vervlochten zijn in één grote chaotische serie van gebeurtenissen? Zodat de hele cast zich alleen nog maar afvraagt hoeveel afleveringen nog, in godsnaam?
Eigenlijk is alles waar. Of kán en mag alles waar zijn. En is het mooie, als het mij gevraagd zou worden, dat het altijd een eigen en persoonlijk verhaal is, dat liefde en ook vriendschap vele verschijningsvormen kennen en een vangnet allerlei gedaanten.
Niemand valt graag te pletter. En er is niet altijd iemand om te vangen. Dus kan het ook zo zijn dat we onszelf en elkaar niet goed genoeg leren hoe te vliegen?
Want wie vliegen kan, valt nooit.
———
Eng is niet zozeer de val,
als wel of iemand vangen zal.
Tot je weet hoe schijn bedriegt,
je valt niet echt, je vliegt.
…met veel dank aan Erin Hanson voor haar gedicht dat mijn lievelings is en ik als inspiratie gebruikte… “oh my darling, what if you fly”