Het is de laatste dag van 2019 en besluit tot een middag vrij. Nogal een zeldzaamheid. Ik pak gehaast mijn tas in voor een Oud & Nieuw bij lieve vrienden in Amsterdam, in goed gezelschap. En als de auto start, merk ik pas hoe moe ik ben. Ik laat me navigeren over de uitgestorven A7, A6, A1 en nu eens niet door de Google Maps mevrouw waar ik altijd een lachstuip van krijg als ze zo droog verkondigt: “Je bent er” bij bestemming bereikt.
Ik ben er. En even later schiet het prachtige als ook chaotische Amsterdam aan me voorbij vanuit de tram. Het is stil, er is even niks te zeggen en weer merk ik hoe moe ik ben. Op deze middag vrij. In goed gezelschap. In die stilte komt dit jaar, mijn jaar, het jaar van mijn meisjes, vliegensvlug voorbij. En om eerlijk te zijn kon het wel een beetje beter, was mijn slotsom. Om nog eerlijker te zijn kon het dat wel vaker, denk ik er stiekem achteraan. Maar wie zegt dat nou? Kutjaar gehad, hoe in godsnaam verder volgend jaar, jij ook happy newyear? Ach en wat is een kutjaar, toch? Er gebeuren altijd ook mooie dingen, nietwaar? Waar. Er gebeurden hele mooie dingen, maar ik maakte ze niet altijd allemaal mee zoals dat had gemoeten. Omdat ik zo lang, zo vaak mezelf niet was. Mezelf is blijkbaar moe, trouwens.
Nu kan ik opsommen wat mis is gegaan, wat niet, wat bijna of allerlei hoogtepunten delen, maar dat is niet zo relevant. Veel belangrijker is wat ik ga meenemen, even later bedacht in een Peruaans restaurant, wel vlak na een “you look like you need a cocktail” kind a cocktail, dus ik sta hier verder niet voor in. Maar dat: geluk duren mag. En verder eigenlijk niks.
Het is een behoorlijk cliché, dat snap ik zelf ook wel en de cocktail hielp niet per se, maar clichés zijn clichés met reden. En ik ga er behoorlijk lekker op, tot nu toe. Want ik weet dat je dingen denken kan, maar dat doen iets anders is. Dat veel mensen vinden, voelen dat geluk niet is weggelegd, of moet worden verdiend. Dat het soms zo onbereikbaar voelt, ook al huist het om de hoek, maar dan moet je het wel herkennen. En geluk vermomt zich nogal eens, ook. Dus hoe weet je dan wat nagejaagd moet worden, wat mag duren, wat juist niet?
Het enige dat mag duren is geluk en verder helemaal niets. Een cliché en godsonmogelijk, want sommige dingen duren nou eenmaal, ook al zouden ze dat niet moeten mogen. Maar dat zijn vaak de dingen die we niet onder controle hebben. Groot ongeluk en kleiner rampspoed: er is geen ontkomen aan. En daar waar je kiezen kan, kies je voor durend geluk, hoop ik. Wil ik. Doe ik. Nu.
Als ik dit schrijf, ben ik nog steeds moe. En meer moe dan gisteren. Van dit jaar, van het nadenken, van veel werken, van nagenoeg geen vakantie, van het huilen als iedereen al sliep, van het opkomen en op mijn hoede zijn, van het laten gaan, van vallen en steeds opnieuw, altijd weer opstaan. Maar ook van weinig slaap want veel te leuk, die hysterische cocktail, de mooie gesprekken, het harde lachen, de vreemde muziek, het analyseren van de mist, van de warmte, van geluk. En alleen dat, dat mag duren.
Als ook: nu ga ik naar bed.