Het is 30 maart 2020. Dag vijftien van een lockdown die officieel geen lockdown heet. En het is vandaag precies twaalf jaar geleden dat mijn vader overleed.
Nu denken veel mensen dat herdenkingsdagen wel makkelijker worden, over tijd. Is niet zo. Mijn tranen zitten misschien zelfs wel hoger dan de jaren hiervoor. Kan komen door de idiote wereld waarin ik en we wederom wakker werden, maar het heeft ook te maken met waar ik het afgelopen jaar mee bezig was: het optekenen van verhalen over hoe ik opgroeide met mijn vader. Of eigenlijk nauwelijks met hem opgroeide, maar als wel, dan was het ontzettend rommelig. Ik sprak met mensen die hem kenden toen ik er nog niet was en deed uitgebreid onderzoek naar sporen van zijn leven op het wereld wijde web en in mijn eigen bestanden. Ik vond oude mails -“hallo minke, met papa”-, foto’s die hij had gemaakt en sporen in een oude krant waarin mijn vader op eenzelfde activistische toon als ik soms kan hebben één en ander aanhangig maakte over het drugsbeleid van de gemeente. Hij was tegen.
En ik kwam Lucy tegen. Lucy was ik lange tijd vergeten, terwijl ik toch echt veel over haar heb nagedacht, twaalf jaar geleden. Lucy plaatste namelijk een advertentie in de krant.
Someday, somewhere
dag lieve Alle.
Lucy.
…schreef ze.
Maar niemand wist wie Lucy was. Niemand wéét wie Lucy is. Ik in ieder geval niet. Ze heeft me regelmatig wakker gehouden en dan fantaseerde ik over een geheime liefde, of verloren wel misschien. Met name dit afgelopen jaar, toen ik probeerde wat gangen na te gaan en meer dingen te snappen van die vader van mij. En schreef en schreef en schreef, geen meesterwerk, maar wel behoorlijk relevant voor mijn eigen gemoed. Ik heb lang gedacht dat de aanwezige ouder toch veel meer impact zou moeten hebben dan de afwezige ouder en ik zat denk ik verkeerd.
In het fenomenale en daarmee zeer lezenswaardige interview met Nina de la Parra zegt ze: ‘Ik ben heel geëmancipeerd, tot er een man voor me staat die me eventueel zou kunnen afwijzen.’ Die zin heeft zich in me genesteld. Alles wat ze daar zegt, nestelde nogal, maar deze uitspraak in het bijzonder. Ze legt uit: ‘Ik heb verlatingsangst, wat vast door mijn vader komt.’ En ik denk dat ze gelijk heeft. Ik herken het in ieder geval wel. Als zelfs je vader je niet goed genoeg vindt, van wie kan je dan nog iets verwachten, met goed fatsoen? Op het oog: van heel veel mensen en vrijwel iedereen doet z’n best, maar op het oog is nog niet voor het hart. Het vergt in ieder geval heel veel en veel te veel overtuigingskracht dan dat je kunt vragen van een kind, een puber, een opgroeiende volwassene, een volwassen vrouw. Of man.
Waarom afgelopen jaar zo belangrijk was en vandaag zo bijzonder, is omdat ik al schrijvende beter snapte wat er speelde bij mijn vader en daarmee nuance aan kon brengen in die afwijzing die ik zolang onbenoemd met me meedroeg. Maar ook de absurditeit van sommige situaties kon plaatsen. Of soms ook helemaal niet, trouwens. Ik heb altijd geprobeerd het goede, het fijne en het grappige te zien en te benoemen, maar het was gewoon niet altijd dat. Het zijn vele lagen pijn, proberen en onvermogen.
Over de doden niets dan goeds, maar dit is ook mijn léven. En een leven van velen. Daarom staat het hier nu, omdat ik maar wil zeggen dat verdriet en een gebroken hart en al het andere van het leven ook overkoombaar kunnen zijn, mooie lessen kunnen leren en de je verder kunnen brengen dan dat je anders was geweest, al sloeg je het allemaal liever over. Behalve dan de dood, die is zelden van opbrengst. Of een pandemie, die heb ik ook nog niet helemaal helder. Voor wat betreft wat ik leerde van mijn vader: wat empathie écht betekent, hoe je goede grappen maakt, hoe je kan zorgen dat je niet in de steek laat, hoe je altijd zorgt dat het leven je er niet onder krijgt tot het echt niet anders kan, dat activisme loont, hoe je een perfecte joint draait en hoe je oprecht onvermogen van anderen verduurt. Als ook: hoe om te gaan met het mysterie van Lucy, want ik heb nog steeds geen idee, maar ze schreef alsof ze van hem hield en ik ben zo benieuwd.
Het was dag vijftien van nog veel. Het was dag vijftien en een dag van rouw. Voor mij, maar mijn rouw is bijna bejaard, verse rouw gaat voor. Want het was dag vijftien en veel mensen vielen uit het leven, keurig samengevat in een cijfer dat iedereen goed in de gaten houdt. Het was dag vijftien en de straten waren heel erg mooi leeg. Het was dag vijftien en ik heb gelukkig veel werk kunnen doen, daarna gedanst met de meisjes. Het was dag vijftien en het ergste moet nog komen, we houden onze adem in. Het was dag vijftien en ik geef me even over aan Drift Away van The Rolling Stones, dat ik draaide op mijn vaders uitvaart. Een aanrader om te luisteren nu. Het was dag vijftien en morgen weer een dag.
❤️
♥️♥️♥️♥️♥️♥️♥️
Zo mooi ❤️
Wat mooi beschreven, Minke!