Het is vrijdag 10 april, dag ontelbaar van onze intelligente lockdown. Een term waarbij ik me vooral afvraag hoe een domme lockdown er dan precies uitziet? We zullen alleen achteraf weten wie er slim was, wie goed deed, wie faalde, wie niet. Houd vol, sprak Rutte. Houd vol, houd moed, blijf doorgaan met thuis blijven.
Ik had veel verwacht, maar niet dat ik zo ontzettend kalm zou zijn. Op de eerste twee weken na, toen was ik high on adrenaline zoals high zou zijn on heroïne, denk ik. En ineens was het weg, alleen de nachtmerries zijn gebleven. Maar overdag heb ik eigenlijk bijzonder weinig gedachten. Terwijl ik toch makkelijk in aanmerking kwam voor een vermelding in het Guiness Book of Records als het ging om piekeren. Of hypochonderen. En ik blonk ook niet bepaald uit in lief zijn voor mezelf. Het kon altijd beter, sneller, mooier, leuker, liever, meer. Pogingen om mijn narratief te veranderen strandden steevast al ver voor het ontbijt.
Nu is het alsof mijn gedachten zijn stilgezet. En ik me zonder tegenstribbelen heb overgegeven aan de chaos, de onzekerheid, de krankzinnigheid. Ik heb stilzwijgend ingestemd met een nieuw narratief met eenzelfde open einde. Alleen ben ik in dit verhaal juist wel heel lief voor mezelf. Maak ik me weinig zorgen, maar zorg ik meer dan ooit. Vang ik op commando onzichtbare monstertjes en gooi ik ze zonder pardon uit het raam. Zeg ik bijna op alles ja, behalve op rolschaatsen want het is een slecht moment om een arm te breken. Word ik niet boos als de stoel is bekrast, heb ik de rommel in mijn huis omarmd. Geef ik mijn tiener ongevraagd liefdesadvies. En droog ik elke ochtend haar onzekere tranen. Leest ze me steeds vaker gedecideerd de les met een nieuwe prepuberale blik in haar ogen. Leren de zusjes elkaar steeds beter kennen en zijn ze zo lief voor elkaar. Gaat het zegeningen tellen steeds meer als vanzelf. Geniet ik van de hele dag peutergrapjes. Laat mijn concentratie te wensen over, maar gelukkig heb ik tijd. In dit verhaal heb ik tijd gekregen die dan wel weer mijn geduld op de proef stelt. Zoals wij allemaal. We wachten. En we weten niet precies waarop.
In dit nieuwe verhaal sta ik als een huis. Misschien is het een survivalmodus, misschien is het mijn nieuwe normaal. Misschien wel allebei. En het kan ook heel makkelijk tijdelijk zijn. Zolang ik sta, val ik in ieder geval niet om. En als ik omval, dan zie ik dat dan wel weer. Er is kalmte die me redt.
Het was gisteren dag zesentwintig week veel van velen. Het was de week waarin voor het eerst het woord exitstrategie viel, tot voor kort voorbehouden aan de -weten we het nog- de Brexit. Het was de week dat chef-Brexit op de IC belandde, maar zich nu naar eigen zeggen beter voelt. De week dat de arts die hem om beschermende middelen had gesmeekt, wel overleed aan COVID. Hij was 53 jaren oud. Het was de week dat de zon ging schijnen, verleidelijk als nooit eerder en we hielden onszelf zoveel mogelijk in. Het was week drie en ik had een prachtig gesprek met iemand die ik nog helemaal niet kende. Het was week drie cq drieeneenhalf cq vier en vergeet niet om hulp te vragen als je dat nodig hebt, er staan echt heel veel mensen klaar.
Blijf thuis, denk om elkaar. En blijf kalm als het kan.
PS: dank voor de lieve en bezorgde berichtjes over of het wel goed ging want het was hier zo stil. Ik schreef wel, maar dat houd ik nog even voor mezelf :) en ik moest veel werken. Lief dat jullie de verhaaltjes misten. I’m back.