Het is zo’n feestje dat zijn weerga niet kent. Tot ver na negenen koffie in plaats van wijn, zwetende blokjes kaas naast de droge plakjes leverworst en geen muziek. De gastvrouw is steeds in de weer om kruimeltjes van de grond af te poetsen terwijl het kringgesprek van toon en thema verandert. Van graszaad naar de wintersport. Want er wordt natuurlijk wel weer geskied dit jaar. Het gezamenlijke tripje van de vijf families naar het Franse chalet vlak naast één van de beste skipistes van Europa kan geboekt worden. Toch? Ik ben import op dit feestje en ik doe niet aan wintersport, dus ik hou me stil. Ik zie het stel naast mij even vluchtig naar elkaar kijken. Zij kijkt daarna naar haar handen op haar schoot. Hij roert nerveuzig in zijn koffie. ‘Elza en ik gaan dit jaar niet mee, waarschijnlijk.’ Hij zet zijn kopje op de salontafel. Zij kijkt nog steeds naar haar handen. Er valt een stilte. ‘Aaaaaaaah kom op man, hoezo’ klinkt het verontwaardigd van de man met snor op rechts. ‘Jaaaaa, Bert, tuurlijk wel’ van de dikbuikige kale op links. Bert en Elza wisselen nog een korte blik uit. ‘Nee man, sorry jongens, we willen dit jaar een keer een rustige Kerstvakantie. Lekker thuis met de kids enzo.’ Bert pakt zijn kopje weer. Elza schuift krampachtig een pluk haar achter haar oor. Er wordt geoohd en geaahd en gejezusmand. Ze komen er niet mee weg. Dan staat Elza op. Ze doet haar handen in haar zij. ‘We hebben geen geld. Ok? We kunnen het niet betalen.’ Stiltes waren zelden zo ongemakkelijk. De wangen van Bert zijn rood. Hij sist dat Elza moet gaan zitten. En daarna dat ze gaan. De feestgangers kijken elkaar een beetje dommig aan. De kale doorbreekt doortastend de stilte. ‘Oh. Nou. Tja.’ Elza beent naar de crèmekleurige keuken. Ik loop haar achterna. We kennen elkaar niet goed, maar de rest blijft zitten. ‘Gaat het?’ Elza knikt. Ze vertelt van de baan van Bert. Dat het niet goed gaat op de zaak. Dat de auto stuk ging. Dat het spaargeld op is. Dat ze zich schaamt. Niemand weet het, vertelt ze. Want het is niet iets waar je over praat. Geld is leuk als je het hebt. En een taboe als je het niet hebt. Elza is daar klaar mee. En ze heeft gelijk.
Het is Crisis. Met een hoofdletter. Ik lees het in de krant en ik hoor het op het nieuws. Maar om mij heen hoor ik niemand. Alles kan en alles gaat goed. Heel eerlijk: mij hoor je ook niet. Terwijl het bij mij ook gewoon crisis is. Ik mooiweerde mee met de rest. Tot aan nu. Wat dappere Elza deed, kan ik ook: ik ben blut. En niet een beetje.
Hoe dat kan? Met mijn goede baan? Nou, dat gaat zo: je koopt een huis in 2007. In de tijd dat echt alles kon. Dat de banken over elkaar heenbuitelden om een dikke hypotheek te slijten. De tijd dat de financiele wereld aan ieders voeten lag en huizen lachend met winst weer verkocht zouden worden.
En dan verkoop je dat huis in 2012. De tijd waarin banken op het randje van omvallen balanceren. De tijd van sterk dalende huizenprijzen. Van verdwijnende banen. Een tijd van deprimerend slechte prognoses waardoor het nog veel onverstandiger lijkt om dat huis nu niet te verkopen. Kiezen, delen. Eieren, geld. Huis voor deze tijd netjes verkocht, maar meer restschuld dan spaargeld. Dan heb je een probleem. En geen chique probleem. Niet voor op feestjes in ieder geval. Want blut zijn voelt als falen. Als een afgang. Dan heb je iets niet goed gedaan. Maar het is mijn realiteit nu. In ieder geval de komende maanden. En ik geloof het niet, dat ik de enige ben. Ik geloof zelfs dat er mensen nog veel dieper in de penarie zitten. Op het oog alles in orde, maar stiekem grote of kleine geldzorgen. En smoes na smoes om dat te verbloemen.
Ook mijn primaire reactie, dat smoezen. Maar ik hou er per vandaag mee op. Ik speel net als Elza open kaart. Als iedereen dat nou doet, dan voelt het een stuk minder als falen. Dan kunnen we schaamteloos American Parties organiseren waarbij iedereen wat meeneemt en het reuze gezellig is. Dan zeg ik gewoon dat ik even niet mee uit eten ga omdat ik geen geld heb, maar je welkom bent bij mij voor de beste goedkope huiswijn en heerlijke budgetpasta di mama. En dan kan ik ook gewoon vertellen dat ik geen auto meer heb omdat het kreng stuk ging en ik dat nu even niet kan betalen.
Mijn crisis is te overzien. Dit komt wel weer goed. Maar dat alsofgedoe, daar ben ik wel even klaar mee. Dus met mijn handen in mijn zij, Elzastijl: ik ben blut. Zo.